Herstelecologie
Maatregelen: waar beginnen?
Wanneer het functioneren van het grootschalig watersysteem, de huidige ecosysteemtoestand en de knelpunten bekend zijn kunnen maatregelen worden afgeleid. Er kunnen vier aangrijpingspunten voor maatregelen worden onderscheiden.
De eerste groep maatregelen die aangrijpen op de werkelijke oorzaak van stressoren, zoals bevolkingsgroei, industrie, landbouw of urbanisatie, worden hier niet besproken, omdat ze gebaseerd zijn op maatschappelijke keuzes.
De tweede groep betreft maatregelen die dicht op de oorzaak ingrijpen; de zogenoemde brongerichte maatregelen (zie figuur). Een voorbeeld van brongerichte maatregelen zijn het terugdringen van het gebruik van meststoffen en van gifstoffen in de landbouw, m.a.w. het voorkomen dat er diffuse bronnen van stress ontstaan. Tussen de stressfactoren enerzijds en de effecten op de ecologische sleutelfactoren en de biologie anderzijds is een keten van interacties waarin ook op verschillende plaatsen langs die keten kan worden ingegrepen.
De derde groep betreft de zogenoemde effectgerichte maatregelen. Dit is een vorm van effectketengerichte maatregelen, die tussen de bron en het daadwerkelijk effect aangrijpen, zoals het aanleggen van bufferzones om de af- en uitspoeling van stoffen vanaf het aanliggende land in te vangen.
Tenslotte kan als vierde mogelijkheid ook direct actief in het ontvangende ecosysteem worden ingegrepen, de zogenaamde end-of-pipe maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn biologisch beheer of het inbrengen van fosfaatbindende stoffen.
Hoe verder richting het einde van de keten maatregelen ingrijpen, hoe minder effect ze zullen hebben en hoe kleinschaliger ze worden. Maatregelen eerder in de keten, zoals het instellen van bufferzones, het vasthouden van water en het ontwikkelen van moerassen rond meren, hebben een grotere ruimtelijke schaal en een groter effect over langere termijn. Een bronaanpak is daarmee veel duurzamer en effectiever dan een effectgerichte of end-of-pipe-aanpak. Vanuit de ecologie ligt de prioriteit daarom bij het nemen van brongerichte maatregelen.
Moeten er toch effectgerichte maatregelen worden genomen, dan is het van groot belang dat alle door de stress beïnvloede factoren in het ecosysteem gelijktijdig verbeteren. In het bovenstaande voorbeeld van het landbouwkundig gebruik gaat het dus niet alleen om de meststoffen en de gifstoffen, maar ook om het aanpakken van bijvoorbeeld de waterhuishouding (ontwateringsniveau en afspoeling) en de oeverinrichting (geen landbouwkundig beheer tot aan de insteek). Door, in het voorbeeld van landbouwkundige activiteit, een maatregel te nemen die alleen de hydrologie herstelt, kan ecologische herstelontwikkeling uitblijven, omdat de nutriënten en eventueel andere stressoren, zoals toxische stoffen, nog een knelpunt vormen. Pas als deze ook worden aangepakt, kan herstel optreden. Dit betekent dat wanneer er geen brongerichte maatregelen kunnen worden genomen, maatregelpakketten samengesteld moeten worden met effectgerichte maatregelen die zo dicht mogelijk bij de bron van de verstoring liggen en zo alle knelpunten oplossen.