Het landschap van een watersysteem
Het macrosysteem
De eerste stap in een ecologische systeem- en stressanalyse is het begrenzen van het te onderzoeken gebied. We noemen dit gebied het stroom- of afwateringsgebied en bedoelen daarmee de hydrologische eenheid van respectievelijk de beek, de watergang of de polder. Het onder- en bovengronds afstromende water dat door de te onderzoeken watergang wordt afgevoerd bepaald de grootte van het gebied. De begrenzing is de waterscheiding, die niet per definitie de hoogste lijn in het landschap volgt. Stroom- of afwateringsgebieden zijn genest; als een zijbeekje het te onderzoeken object is dan vormt dat het stroomgebied maar als de ontvangende beek het onderzoeksdoel is dan vormt het zijbeekje onderdeel van het stroomgebied van de grotere beek, enz.
De systeemvoorwaarden van geohydrologie, geomorfologie en geochemie die over langere tijd constant zijn medebepalend voor de begrenzing. Hoe meer de ruimtelijke begrenzing samenvalt met het grootschalig, lange-termijn functioneren van het stroom- of afwateringsgebied, hoe makkelijker later passende (passend in het grootschalig functioneren), duurzame en logische maatregelen vastgesteld kunnen worden die leiden tot een robuust systeem.
Het macrosysteem wordt dus begrensd door de hydrologische eenheid, een stroomgebied of polder, en opgedeeld in ruimtelijke eenheden of compartimenten (Figuur):
- Hoofdbegrenzing: Hydrologische ruimtelijke eenheid
- Hoofdwaterlichaam: De te onderzoeken beek, boezem, meer, polder of sloot/slotencomplex.
- Segment: Deel van het hoofdwaterlichaam bestaande uit het segment van het waterlichaam en een aanliggende bufferzone, zoals een beekdalzone, zone langs boezem of randzone van een meer.
Verder lezen
Verdonschot, P. F. M., & Verdonschot, R. C. M. (2021). Ecologische systeembenadering en ecologische systeemanalyse (KIWK No. 2021-29). Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA).